| Status | Legacy |
| Lancering | 2002 |
| Ruimtevaartorganisatie | ESA |
| Type | Gamma-, Röntgenstraling, zichtbaar licht (15 keV – 10 MeV & 3-35 keV & 500 nm – 600 nm) |
| Orbit | Elliptisch rond de Aarde |
| SRON-bijdrage aan | Science team |
Wetenschappelijk doel
Het wetenschappelijke doel van de INTEGRAL-missie was om inzicht te krijgen in de heftigste verschijnselen in het heelal. Daartoe observeerde hij de volgende objecten:
- Neutronensterren, zwarte gaten, witte dwergen, hoogenergetische transients en gammaflitsen.
- Objecten buiten onze Melkweg, zoals clusters van sterrenstelsels, de diffuse kosmische achtergrondstraling en sterrenstelsels met een actieve kern (AGN), bijvoorbeeld Seyfert-sterrenstelsels en blazars.
- Nucleosynthese binnen sterren die op het punt van sterven staan, zowel voor sterren met een lage massa die opzwellen tot rode reuzen als voor zware sterren die als een supernova ontploffen.
- De structuur van de Melkweg door het in kaart brengen van het continuüm- en het emissiespectrum.
- Toevallige bronnen zoals de elektromagnetische tegenhanger van de eerste zwaartekrachtgolfbron die bestond uit twee botsende neutronensterren, of de gelijktijdige emissie van gammastraling en een snelle radioflits door een magnetar—een neutronenster met een sterk magneetveld.
Gammaflitsen
Het heelal schittert continu met felle flitsen van gammastraling—de hoogste energetische straling die er bestaat. Deze flitsen worden veroorzaakt door ontploffende sterren of botsende neutronensterren. Een zware ster die aan het einde van haar leven instort onder haar eigen zwaartekracht produceert een zogenoemde supernova, die soms gepaard gaat met een gammaflits van enkele seconden. Neutronensterren die op elkaar botsen produceren veel kortere gammaflitsen van minder dan een seconde of zelfs enkele milliseconden.
Om meer te weten over het onderliggende mechanisme willen astronomen een beeld hebben van ervoor en erna. Als de röntgen- en gammacamera’s van INTEGRAL een flits waarnemen, doorzoeken astronomen de data van de optische camera om het object te bekijken dat daarvoor op diezelfde plek aan de hemel stond. Dit schetst het hele verhaal rond het verschijnsel van gammaflitsen.
INTEGRAL huisde vier wetenschappelijke instrumenten: drie camera’s voor respectievelijk gammastraling, röntgenstraling en gammastraling, plus een spectrometer voor gammastraling. Die laatste gebruikten astronomen om de vingerafdrukken van specifieke elementen te herkennen in de waargenomen spectra. Dat geeft een beeld van de veranderingen in chemische samenstelling die een ster ondergaat terwijl deze explodeert of samensmelt met een andere ster.

