Sinds de lancering in 2017 meet het Nederlandse ruimte-instrument TROPOMI dagelijks de methaanconcentraties wereldwijd in de atmosfeer. Het heeft al honderden zogenoemde super-uitstoters aan het licht gebracht. Ongeveer een derde daarvan ligt in stedelijke gebied, waar vuilnisbelten vaak de belangrijkste bronnen vormen.
opvallende verschillen
Het methaanteam van SRON vult de TROPOMI-data, met pixels op stadsniveau, aan met hoge-resolutiesatellieten (GHGSat, EMIT, PRISMA en EnMAP). Daarmee zoomen ze in op steden en schatten ze de emissies af op faciliteitsniveau. In twee publicaties, in Nature en ES&T, tonen ze nu opvallende verschillen tussen gerapporteerde uitstoot en schattingen op basis van satellieten. De 151 vuilnisbelten die door GHGSat in de Nature-publicatie zijn onderzocht, stoten samen ongeveer 2,8 miljoen ton methaan per jaar uit. Dat heeft een klimaatimpact van meer dan de helft van de jaarlijkse broeikasgasuitstoot van heel Nederland. De nieuw beschikbare grote hoeveelheid satellietdata kan helpen om de emissiemodellen te verbeteren, zodat de discrepanties afnemen en uitstoot kan worden verminderd.
exacte locaties
De auteurs laten ook zien hoe ze de exacte locaties van methaanemissies op vuilnisbelten kunnen lokaliseren. In de loop van weken en maanden zien ze emissiepluimen over de vuilnisbelt bewegen, wat strookt met de activiteit die ze zien op visuele beelden van de Sentinel-2-satelliet. Dit betekent dat de meeste emissies afkomstig zijn uit plekken waar nieuw afval wordt gestort, wat bedrijven ondersteuning geeft bij hun inspanningen om de uitstoot tegen te gaan.
SRON werkt samen met GHGSat in het TWOS project, gefinancierd door de Global Methane Hub, om samen met lokale partners in het Mondiale Zuiden de waarnemingen te gebruiken ter ondersteuning van de vermindering van emissies.

