SRON Netherlands Institute for Space Research

Zon vanaf 1915 niet verantwoordelijk voor opwarming Noordelijk Halfrond

De hockeystickgrafiek van de temperatuur op het Noordelijk Halfrond toont dat het sinds begin twintigste eeuw significant warmer is dan in de voorgaande eeuwen. Emeritus hoogleraar Kees de Jager heeft nu samen met (oud-)onderzoekers van SRON vastgesteld dat vanaf 1915 de zon hier niet verantwoordelijk voor is. Publicatie in Physics & Astronomy International Journal.

De zwarte grafiek in onderstaande figuur ontstaat na een voortschrijdende middeling over achttien jaar van de temperatuur op het Noordelijk Halfrond. We zien een karakteristieke opgaande hockeystickcurve aan het einde. Kees de Jager, oud-directeur van SRON en nog steeds publicerend namens het instituut, wilde weten of een veranderende activiteit van de zon hier verantwoordelijk voor is.

Samen met oud-onderzoekers Hans Nieuwenhuijzen (SRON) en Silvia Duhau (Universiteit van Buenos Aires) en SRON-onderzoeker Ad Nieuwenhuizen berekende De Jager daarom de temperatuur die je verwacht als de zonneactiviteit de enige bepalende factor is. De groen-rode lijn in de figuur toont deze verwachting, met een onzekerheidsmarge van één standaardafwijking. ‘Tot aan 1915 volgt die aardig de gemeten temperatuur,’ zegt Nieuwenhuizen. ‘Maar vanaf dan gaat de zwarte lijn die de gemeten temperatuur weergeeft omhoog, met een tempo waar de zon niet verantwoordelijk voor kan zijn.’

De Jager realiseerde zich dat de zonneactiviteit niet alleen bestaat uit de magnetische velden rond zonnevlekken, maar ook uit de magnetische activiteit aan de polen van de zon. Die zijn de afgelopen vier eeuwen niet systematisch bijgehouden, dus gebruikte hij grootheden die eraan gekoppeld zijn. Voor het polaire magneetveld is dit het gemiddelde aardmagnetisch veld in Engeland en Australië tijdens een zonneminimum. De activiteit rond de zonnevlekken schatte De Jager op basis van de maxima in de 11-jaarlijkse cyclus van de zon.

Nieuwenhuizen: ‘We zien dat tijdens de afgelopen decennia de temperatuur toeneemt terwijl de zon juist een verkoelende invloed heeft. De recente afplatting van de temperatuurcurve komt tegelijk met een nog sterkere afname van de zonneactiviteit.’

 ——————————————————————————————————————————————————-

——————————————————————————————————————————————————–

Sun not responsible for warming Northern Hemisphere since 1915

The hockey stick graph of the temperature on the Northern Hemisphere shows that it has been significantly warmer since the beginning of the twentieth century compared to previous centuries. Emeritus professor Kees de Jager has now, together with (former) researchers from SRON, determined that the Sun has not been responsible for this since 1915. Publication in Physics & Astronomy International Journal.

The black graph in the figure below arises from a moving average over eighteen years of the temperature on the Northern Hemisphere. We see a characteristic upward hockey stick curve at the end. Kees de Jager, former director of SRON and still publishing on behalf of the institute, wanted to know whether a changing activity of the Sun is responsible for this.

Together with former researchers Hans Nieuwenhuijzen (SRON) and Silvia Duhau (University of Buenos Aires) and SRON researcher Ad Nieuwenhuizen, De Jager calculated the temperature you would expect if solar activity is the only determining factor. The green-red line in the figure shows this expectation, with an uncertainty margin of one standard deviation. ‘Until 1915, it pretty much follows the measured temperature,’ says Nieuwenhuizen. “But from then onwards, the black line representing the measured temperature goes up, at a rate for which the Sun cannot be responsible.”

De Jager realized that the solar activity consists not only of the magnetic fields around sunspots, but also of magnetic activity at the Sun’s poles. They have not been systematically tracked over the past four centuries, so he used quantities associated with them. For the polar magnetic field, this is the average Earth magnetic field in England and Australia during a solar minimum. De Jager estimated the activity around sunspots on the basis of the maximums in the Sun’s 11-yearly cycle.

Nieuwenhuizen: ‘We see that over the past decades, the temperature has even increased while the Sun has a cooling influence. The recent flattening of the temperature curve occurs simultaneously with an even stronger decrease in solar activity.’