Elektromagnetische straling, of meer precies een foton, kun je opvatten als een golfverschijnsel. Het aantal trillingen per seconde, de frequentie, bepaalt de energie. Meer precies gedraagt de straling zich als een lopende golf met twee componenten loodrecht op de voortplantingsrichting en onderling ook weer loodrecht. De ene component is een wisselend elektrisch veld, de andere een wisselend magnetisch veld. Vandaar de naam elektromagnetische straling. Samen spannen ze het foton op en dat trilt dan in een vlak. Normaal gesproken bestaat er in de stroom van fotonen geen voorkeursrichting voor het trillingsvlak; de straling is dan ongepolariseerd. Als alle fotonen steeds in hetzelfde vlak trillen, is de straling 100% lineair gepolariseerd. Lineair wil zeggen dat het trillingsvlak een vaste oriëntatie heeft. Dit ter onderscheid van de situatie waarbij de fotonen zich via een kurketrekkerbaan voortbewegen: de circulaire polarisatie. Een combinatie van beide kan ook optreden en heet wel elliptische polarisatie. Polarisatie is het gevolg van de interactie van straling met materie en ontstaat bij weerkaatsing aan een glad oppervlak (water, glas), bij dubbele breking (prisma, kristallen), bij verstrooiing (gas, stofdeeltjes) en absorptie (gas, stofdeeltjes).
Het meten van polarisatie – polarimetrie – levert in de sterrenkunde belangrijke informatie op die niet op andere manieren is te verkrijgen. In combinatie met spectrometrie, biedt spectropolarimetrie – waarbij we dus kijken naar polarisatie-effecten afhankelijk van de golflengten, en in detail tot in spectraallijnen aan toe – inzicht in onder andere:
Hoe maak je nu een spectropolarimeter, waarmee je de polarisatie van een hemelbron kan meten op verschillende golflengten?
Doorbraak
Een spectropolarimeter is een samenstelling van een ‘gewone’ spectrograaf en een polarimeter. Er bestaan nog maar weinig instrumenten waar de combinatie van beide meetprincipes zo goed is geslaagd dat ze bruikbare sterrenkundige gegevens opleveren. Technisch is dit een erg lastige klus. In de praktijk stuit het maken van een spectropolarimeter op problemen omdat het instrument zelf vaak golflengte-afhankelijke effecten vertoont. Het ontwerp moet die effecten zo veel mogelijk reduceren en de overblijvende effecten moeten heel goed worden uitgemeten zodat later deze kunnen worden afgetrokken van het ‘echte signaal’. Om een spectropolarimeter te maken voor gebruik in satellieten, is nog eens extra lastig vanwege de bijzondere omstandigheden tijdens de lancering (trilling) en in de ruimte (schadelijke straling).
Spectropolarimetrie is onmisbaar als het gaat om het goed beschrijven van planeetatmosferen. De straling die je op, of in de buurt van, de aarde ontvangt heeft vaak een ingewikkelde 'historie' achter de rug in de atmosfeer van de planeet. Er vinden verschillende verstrooiingen plaats. Als je alleen zou kijken naar de totale intensiteit van de straling (en de spectraallijnen daarin), mis je cruciale gegevens over de verstrooiing, en dus over zaken als de grootte van het stof of misschien wel druppeltjes waaraan het licht is verstrooid. Spectropolarimetrie wint mede aan belang door het jonge, maar het zich snel ontwikkelende onderzoeksgebied rond exoplaneten. Dat zijn planeten bij andere sterren dan de zon. Over het onderzoek aan exoplaneten is een apart venster opgenomen onder de categorie Resultaten.
Spectropolarimeters zijn en komen in gebruik bij de toonaangevende sterrenwachten op aarde, zoals bij de European Southern Observatory (ESO). Utrechtse astronomen hebben de bestaande HARPS-spectrograaf voor de 3,6 meter telescoop op La Silla geschikt gemaakt voor optische polarisatiemetingen. Een ander voorbeeld is het MATISSE-instrument voor spectropolarimetrie in het nabije infrarood. Het instrument is geschikt om gekoppeld te worden aan de samengevoegde signalen van twee tot vier VLTI-telescopen van ESO. Het project kent een forse sterrenkundige inbreng uit Leiden, Dwingeloo (ASTRON) en Amsterdam.
Het principe van lineaire, circulaire en elliptische polarisatie
Magnetische velden aan het zonsoppervlak, in beeld gebracht door de Japanse Hinode-satelliet
Het Zeemaneffect bestaat uit splitsing van spectraallijnen in een sterk magnetisch veld, zoals hier bij een zonnevlek
Verdeling van magnetische velden nabij een zwart gat
Voorstelling van een exoplaneet
Als het licht van de centrale ster op de een of andere wijze kan worden onderdrukt, wordt het mogelijk exoplaneten direct in beeld te brengen
Gekruiste polarisatiefilters. In het midden worden de beide trillingsrichtingen geblokkeerd door de set filters waarvan de lijnen haaks op elkaar liggen
Principe van een polarimeter om de mate van polarisatie en de polarisatierichting te bepalen
Demonstratiemodel van de spectropolarimeter SPEX, ontwikkeld door SRON
Schema van de spectropolarimeter SPEX
Tekening van de stralengang in het SPEX-instrument
Ontwerp voor de hardware van het SPEX-instrument
Het HARPS-instrument van de European Southern Observatory (ESO) is in staat om zeer nauwkeurige sterspectra te meten waarin uiterst minieme, periodieke verschuivingen van spectraallijnen duiden op de aanwezigheid van een of meer exoplaneten
Agrarisch gebied vanuit de ruimte gezien met polarisatie-informatie